Zij praten niet en worden door hun omgeving niet (h)erkend. Dat blijkt uit het rapport ‘Jongens aan het woord’ van het Consortium seksuele uitbuiting jongens en jonge mannen: een samenwerking tussen zorg- en expertiseorganisaties Koraal, Lumens, Fier, Pretty Woman/Best Man en Sterk Huis, gesubsidieerd door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Woordvoerder Gabriëlle Mercera: “Ondanks dat deze jongens vaak al op jonge leeftijd in aanraking komen met hulpverlening, slagen we er niet in om slachtofferschap of andere negatieve levensuitkomsten te voorkomen”.
‘Heel veel jongens willen niet het slachtoffer zijn. Omdat je je dan op je kwetsbaarst voelt snap je? […] Op dat moment wil je die stoere jongen zijn toch? En als jij je kwetsbaar opstelt, dan gaan mensen het tegen jou gebruiken. Daarom stelde ik mij nooit kwetsbaar op.’
Problemen in opgroeifase stapelen zich op
Door jongens aan het woord te laten over deze vorm van uitbuiting en wat eraan vooraf ging, wordt in aanvulling op eerdere onderzoeken een unieke kijk gegeven in hun levensverhalen. Hieruit blijkt dat álle slachtoffers ingrijpende jeugdervaringen hebben meegemaakt, zoals huiselijk geweld, seksueel misbruik, gepest worden en opgroeien met ouders met psychische problemen. De opeenstapeling van problemen in hun opgroeicontext wordt door de jongens vaak als reden genoemd voor gedrags- en schoolproblemen, uithuisplaatsingen en/of risicovol gedrag. Ze leggen uit hoe dit, ondanks dat hulpverlening vaak betrokken was in hun levens, heeft geleid tot hun kwetsbaarheid voor seksueel geweld en seksuele uitbuiting. “Het zichtbare gedrag is vaak het topje van de ijsberg. Onderliggend is er vaak sprake van (vroegkinderlijk) trauma. Veel jongens praten niet over wat ze hebben meegemaakt en zijn beïnvloedbaar. Mensenhandelaren en plegers van misbruik hebben voelsprieten voor deze kwetsbare jongens”, aldus Mercera.
Jongens praten niet
Meer dan de helft van de jongens bleek minderjarig te zijn ten tijde van het slachtofferschap. Deze jonge leeftijd in combinatie met hun vaak kwetsbare opgroeicontext is zorgelijk. Er is nauwelijks zicht op hen. Dit onderzoek bevestigt eerder onderzoek, waaruit blijkt dat maatschappelijke gendernormen een belangrijke rol spelen in deze onzichtbaarheid. Ervaren stigma rondom slachtofferschap onder mannen, homo- en biseksualiteit, genderidentiteit en seks tegen betaling weerhoudt hen ervan hulp te vragen. Dit in combinatie met het feit dat slachtofferschap onder jongens moeilijk (h)erkend wordt door leerkrachten, hulpverlening of politie zorgt ervoor dat ze onder de radar blijven. Mercera: “Het is zorgelijk dat er tot vandaag de dag nog steeds maatschappelijke druk ligt op genderrollen. Dit ligt preventie, signalering en tijdige behandeling van slachtofferschap van seksuele uitbuiting in de weg. Er is maatschappij breed nog een grote slag te slaan als het gaat om het bespreekbaar maken van deze thema’s.”
Beter aansluiten bij de ondersteuningsbehoeften van jongens
Het onderzoek schetst een beeld van een diverse groep jongens met ondersteuningsbehoeften die uiteenlopen van anonieme online hulp, voorlichting en ervaringsdeskundigheid tot aan gespecialiseerde trauma- en gezinsbehandeling. Behoeften waarin zij volgens het onderzoek nog te weinig worden voorzien. Het consortium onderstreept dat preventie van seksuele uitbuiting al begint bij vroegtijdige (gezins)interventies. Ook is bewustwording bij professionals van slachtofferschap onder jongens van belang, om beter met hen in contact te komen door bijvoorbeeld outreachend te werken op online en offline plekken waar (potentiële) jongensslachtoffers zich bevinden. Een andere belangrijke stap is het creëren van meer bewustwording onder jongens van de beschikbaarheid van laagdrempelige en anonieme hulp.
“Door onderzoek en praktijkervaring begrijpen we steeds beter wat (potentiële) jongensslachtoffers van seksuele uitbuiting nodig hebben. Het Consortium werkt er hard aan om het benodigde zorg- en ondersteuningsaanbod door te ontwikkelen. Maar het bieden van betere bescherming en hulp aan jongensslachtoffers vraagt om een integrale aanpak, waarin domeinoverstijgend samengewerkt wordt aan het voorkomen, signaleren en behandelen van slachtoffers en de aanpak van daders en klanten. Ook als maatschappij moeten we onze ogen open houden voor deze problematiek: van wat bij ons in de straat of bij een bekende van ons kan spelen zonder dat we het doorhebben.”, aldus Mercera.
Het AD publiceerde vandaag het ervaringsverhaal van een slachtoffer en van één van de zorgcoördinatoren van ons Expertisecentrum Mensenhandel en (jeugd)Prostitutie.
Wil je meer weten over dit onderwerp?
Neem dan contact op via